Lesmateriaal: Vormtaal
Taal gebruiken we elke dag maar naar de letters die onze woorden vormen kijken we niet op of om. Toch? Heb jij namelijk wel eens nagedacht waarom die cirkel ook wel een o is en waarom een driehoek lijkt op een A? Met dit lesmateriaal krijg je de kans de vormen van de taal te ontcijferen en te vertalen om zo tot je eigen vormtaal te kunnen komen.
Met behulp van het werkschrift creëer je je eigen vormtaal. Je neemt hiervoor je eigen naam als basis.
Bekijk hieronder een selectie van de resultaten van het werkschrift. Bekijk hoe anderen de opdrachten hebben geïnterpreteerd en hoe volledig of beknopt zij met het materiaal zijn omgegaan. Gebruik de inzichten van anderen om je op weg te helpen met je eigen vormtaal of om meer de verdieping op te kunnen zoeken.
Resultaat 1
Benry heeft met precisie zijn naam in vormen vertaald. Benry begint simpel en vormt met 2 halve rondjes zijn B. Je ziet met hoeveel aandacht hij vervolgens de E uit meer dan 5 vormen opbouwt. Vol enthousiasme brengt overdaad verwarring als t hij bij de N is aangekomen. Daarna verslapt de aandacht, de R is nauwelijks te onderscheiden en de Griekse Y kunnen we ook i lezen. Als tip kunnen we Benry meegeven om even pauze in te voeren wanneer je merkt dat je aandacht verslapt. Ook zien we hier dat bij het printen op blauw papier een bevlekt eindresultaat kan ontstaan.
Resultaat 2
Yvonne heeft heel fanatiek aan wel drie verschillende namen gewerkt. We zien hier hoe een driehoek, wanneer je deze op zijn puntje laat steunen, ook tot V kan transformeren. Yvonne heeft haar concentratie het gehele proces stug volgehouden want ook aan de afwerking heeft Yvonne niks laten liggen. De enige opmerking die we bij deze vormtaal kunnen opmerken is hoe de ‘Y’ net als bij Benry veel gelijkenis met een ‘i’ vertoond.